Posts tonen met het label Sinterklaasverhaaltjes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sinterklaasverhaaltjes. Alle posts tonen

donderdag 2 december 2010

Deniz en Fatma en Sinterklaas


Toen Deniz voor het eerst naar school ging, genoot hij van de verhalen over Sinterklaas. Sinterklaas kwam ook op televisie en hij zei dat alle kinderen hun schoen mochten zetten. Deniz zei tegen zijn vader en moeder dat hij van Sint zijn schoen mocht zetten. Maar de papa van Deniz zei: “Dat is voor Nederlandse kinderen, Turkse kinderen doen dat niet.”

Nou wist Deniz natuurlijk wel dat hij Turks was. Zijn opa en oma praatten heel vaak Turks. En een paar van zijn ooms en tantes praatten ook Turks. Zelf was hij twee keer met papa en mama naar Turkije geweest. Maar papa en mama spraken meestal Nederlands.

Hij vond het jammer dat hij zijn schoen niet mocht zetten, maar het was toch ook niet zo héél erg. Op school kreeg hij wel een pakje van Sinterklaas en van pap en mam kreeg hij pepernoten en andere lekkere dingen.

Nu zit Deniz al in groep 6 en zijn kleine zusje Fatma zit in groep 1. Fatma ligt al in bed en Deniz gaat even naar haar kamer om een paar potloden te pakken. Plotseling ziet hij dat Fatma één schoen bij de verwarming heeft gezet. O, schiet het door hem heen. `Fatma denkt dat ze iets van Sinterklaas in haar schoentje krijgt. Sinterklaas zal dat wel weer op tv gezegd hebben.”

`Fatma, slaap je al?”
“Nee“, zegt Fatma.
“Heb je je schoentje voor Sinterklaas gezet?”
“Ja”, Sinterklaas zei dat ik mijn schoen mocht zetten”.
“Weet je,”zegt Deniz, “Sinterklaas heeft het heel druk hoor, soms kan hij niet in alle schoenen iets lekkers doen. Maar dan komt het soms de volgende dag. Je moet het dus net erg vinden als er morgen niets in je schoen zit. Dan moet je je schoen   
 ‘s avonds gewoon nog een keer zetten. En eigenlijk moet je ook nog eerst Sinterklaas Kapoentje zingen.”

En samen zingen ze:
Sinterklaas Kapoentje,
Gooi wat in mijn schoentje,
Gooi wat in mijn laarsje,
Dank je sinterklaasje.

Truste Fatma
Truste Deniz

De volgende dag vraagt Deniz aan zijn moeder of hij de lege flessen in mag gaan leveren. Meestal mag hij het geld dan houden. Dat mag ook nu en van het geld koopt hij schuimpjes en een chocolade beestje voor zijn zusje.

‘s Avonds heeft Fatma weer haar schoentje gezet en Deniz komt met haar Sinterklaas Kapoentje zingen. ’s Morgens vindt ze iets lekkers in de schoen. Af en toe doet Deniz vanaf nu ‘s avonds als Fatma slaapt iets lekkers in haar schoen.

Het is nu bijna 5 december en Deniz gaat naar zijn moeder.
“Mama, Fatma wil zo graag een pop hebben. En bijna alle kinderen in haar klas krijgen cadeautjes op 5 december. Dan mag Fatma toch wel een pop krijgen?”
Mama moet glimlachen om wat Deniz zegt.
“Je bent een lieve jongen,”zegt ze. “het is goed. Op 5 december gaan we samen met Fatma een pop voor haar kopen.

Op 5 december gaat Deniz samen met mam en Fatma naar de speelgoedwinkel. Fatma mag de liefste pop uitzoeken. En dan zegt mama:
“Jij mag ook iets uitzoeken, Deniz.” Die krijgt er bijna een kleur van, maar hij weet al lang wat hij wil. Hij houdt van dammen kiest een mooi damspel uit.

Op weg naar huis voelt Deniz zich heel blij. Blij met zijn dambord en blij omdat Fatma zo gelukkig is met haar pop.

“Nou snap ik het, “ denkt hij: “Mensen spelen voor Sinterklaas omdat ze zelf blij worden als de kinderen cadeautjes krijgen.”
En voortaan geven zijn papa en mama en zijn zusje elkaar cadeautjes met Sinterklaas.

Leg die wortel maar in de koelkast, Piet


Kareltje woont in een flat met zijn moeder en zusje. Het is bijna Sinterklaas en Kareltje mag zijn schoen zetten. Eigenlijk vindt Kareltje dat hij te groot is om zijn schoen te zetten. Hij vindt dat het iets voor kleine kinderen is. Hij weet eigenlijk wel dat zijn moeder het snoepgoed of het mandarijntje in zijn schoen legt. Hij wil wel eens kijken wat er gebeurt als hij een wortel voor het paard in zijn schoen legt.

Omdat Kareltje in een flat woont, zet hij zijn schoen bij de brievenbus, want misschien is dat de makkelijkste manier voor Sinterklaas om iets in zijn schoen te gooien. Sommige kinderen van zijn klas zetten hun schoen bij de verwarming. Maar hoe kan Sint dan iets in die schoen doen?

“Mama,” vraagt hij, “mag ik een wortel voor het paard van Sinterklaas in mijn schoen doen?” “ Ja, natuurlijk,” zegt zijn moeder. Ze heeft nog een dikke winterwortel in de groentela van de koelkast liggen. Zijn zusjes schrijven een briefje voor Sinterklaas. Daarna gaan ze op de gang bij de brievenbus sinterklaasliedjes zingen.

Midden in de nacht, als Kareltje en zijn moeder en zusjes slapen, komen Sint en Piet er aan. Op de een of andere manier zijn ze toch gewoon binnen in huis gekomen.
“Wat een lieve brieven van de zusjes,” zegt Sinterklaas, “die zal ik goed bewaren,” en doet de brieven in een zak van zijn tabberd. “En van Kareltje een wortel voor het paard. Dat is ook lief. Maar, Piet, we hebben al zoveel wortels voor het paard gekregen, die kan Americo nooit allemaal op.“

“Leg die wortel maar in de koelkast, Piet. Dan kan de mama van Kareltje hem gebruiken voor in de soep”.

’s Morgens staat Kareltje vroeg op om naar zijn schoen te kijken. En ja, er ligt een zakje met wat pepernoten in zijn schoen. De wortel is verdwenen.

“Zie je wel”, denkt Kareltje, “nu in de koelkast kijken”. En jawel hoor. In de koelkast ligt precies dezelfde wortel, die hij gisteren in zijn schoen gelegd heeft.

“Mama, mama ,” roept hij, “nou weet ik het zeker. Je hebt zelf de wortel voor het paard gepakt en pepernoten in mijn schoen gedaan.”

Zijn mama schrikt: ”Nee, dat heb ik niet gedaan, hoor?”

Alle drie de kinderen kijken naar mama, maar ze weet niet wat ze moet zeggen. Soms helpt ze inderdaad Sinterklaas wel een handje, maar van de wortel weet ze niets.

Een paar dagen later komt Sinterklaas op school. En het is toch écht Sinterklaas, denkt Kareltje. Sinterklaas gaat in de mooi versierde grote stoel zitten. Iedere jongen en ieder meisje van zijn klas mag naar Sinterklaas toegaan en hem een hand geven. Als Kareltje naar Sinterklaas gaat geeft ook hij aan Sinterklaas een hand. En van Zwarte Piet krijgt hij een pakje.

En zwarte Piet zegt tegen hem: “Je geeft toch graag wortels aan het paard? Dan is hier voor jou ook een wortel, maar dan van marsepein!”

Kareltje neemt de wortel aan en gaat maar weer snel naar zijn plaats terug. Nu begrijpt hij er helemaal niets meer van!










donderdag 18 november 2010

Wie kan Sinterklaas helpen?

Sinterklaas is al heel oud en hij komt al heel lang elk jaar in december naar de kinderen in Nederland en Belgie. Altijd is Sint-Nicolaas blij als hij weer uit Spanje kan vertrekken en de Zwarte Pieten maken  de vrolijkste sprongen. Maar één keer, een hele tijd geleden, in de tijd dat Jonas en Lauren nog klein waren, heeft hij zoiets verdrietigs meegemaakt....

Buiten was het koud, het was begin december. De vijver in de tuin van Jonas en Lauren  was helemaal bevroren en overal zag alles wit van de sneeuw. De bomen stonden een beetje treurig in het grote, donkere bos. De takken waren allemaal kaal en de vogeltjes zaten te bibberen in hun veren jasjes. In de stad waren de lantaarns aan en de winkelramen waren vrolijk versierd. In de huizen en de winkels was het lekker warm, maar buiten liepen de mensen diep weggedoken in hun warme jassen. Ze hadden het niet alleen koud, maar ze waren ook allemaal erg verdrietig.
Jonas en Lauren hadden samen sinterklaasliedjes gezongen, maar het had niet zo vrolijk geklonken als andere jaren. In Jonas zijn schoen zat een wortel voor het paard en in Lauren haar schoen een mooie tekening voor Sint en Piet, die ze zelf gemaakt had. Stilletjes gingen Jonas en Lauren naar bed en dachten na over Sinterklaas en Zwarte Piet. Er was iets vervelends gebeurd.
Sint was net als vorig jaar en het jaar daarvoor aangekomen met de stoomboot, samen met zijn zwarte pieten en zijn witte paard. Jonas en Lauren hadden naar de televisie zitten kijken, maar ze zagen al gauw dat er iets aan de hand was met Sint en Piet.

Sint zat op zijn schimmel en wuifde naar alle mensen, maar hij had helemaal niet gelachen. De zwarte pieten keken niet vrolijk en haalden geen rare streken uit. Ze zongen niet, ze dansten niet, ze strooiden zelfs geen snoepjes! Ook het witte paard deed niet gewoon: het zwaaide niet met zijn staart en liep triest te sloffen door de straten van de stad. Het was al met al een droevige intocht.

Bron: naar een idee van Marian Sonnemans.

Het paard van Sinterklaas stond stil bij het grote huis waar de Sint altijd logeerde als hij in Belgie was. Nog eventjes zwaaide Sint met een slap handje naar de kinderen en hij keek daar zo verdrietig bij dat iedereen dacht: dit is misschien wel de laatste keer dat hij komt.

Sinterklaas was naar binnen gegaan. Daarna had niemand hem of een van de zwarte pieten meer gezien. Die avond zongen de kinderen de mooiste liedjes en zetten ze hun schoenen, maar de volgende morgen zat er niets in.
Nu was iedereen verdrietig en daaraan dachten Jonas en Lauren de avond daarna in hun bed.
Buiten scheen de maan en het leek alsof de maan ook verdrietig was. Ineens zei Jonas zachtjes: 'Zeg Lauren, ik heb een plannetje, moet je horen: als wij nu eens stilletjes vannacht op zoek gaan naar Sinterklaas? Hij is vast nog in dat grote huis in de stad. We kunnen de slee meenemen, dan kunnen we uitrusten wanneer we moe zijn.'
'Dan moeten we door het donkere bos, Jonas. Weet jij de weg in het donker?'
'Ik neem een lantaarn mee,' zei Jonas, 'Kom, zachtjes doen, dan gaan we.'
En stilletjes deden ze hun kleren aan en slopen op hun tenen naar beneden, trokken hun jassen aan en gingen naar buiten.
Zo liepen ze door het grote bos. Het was net een sprookje, alles was zo wit en zo stil. Uren liepen ze en ze rusten af en toe op het sleetje. En midden in de nacht kwamen ze bij het huis van Sint-Nicolaas aan. Door het raam zagen ze Sinterklaas zitten. Hij had zijn mijter niet op en hij keek nog steeds heel verdrietig. Verschrikt keken de kinderen elkaar aan. Jonas tikte zachtjes tegen het raam: 'Sinterklaas, Sinterklaas!' Verbaast keek de Sint op en toen hij daar die twee kindergezichtjes door het raam zag kijken, werd hij nog verdrietiger. Maar toch liep hij naar de deur en bezorgd bromde hij: 'Jonas en Lauren, wat doen jullie hier midden in de nacht; weten je papa en mama dat jullie hier zijn?'
'Nee, Sinterklaas,'zei Lauren, 'maar we maakten ons zo bezorgd om U. Bent U ziek?'
'Nee, Lauren, ik ben niet ziek, maar kom binnen, misschien kunnen jullie me helpen.'
En toen  ze met zijn vieren - Jonas, Lauren, Sint en de hoofdpiet - dicht bij de warme kachel zaten, vertelde Sint-Nicolaas:

'Weet je kinderen, de mensen, en niet alleen de grote mensen maar ook de kinderen, vragen elk jaar grotere cadeaus.
Tot nu toe had ik geld genoeg, maar toen we dit jaar inkopen wilden gaan doen, had ik veel te weinig geld om voor àlle mensen iets te kopen. Daarom laat ik me nergens zien, ik ben bang dat de mensen erg boos op me worden wanneer ze alleen maar van die kleine cadeaus krijgen.'
'Maar Sinterklaas,' zei Jonas, 'dat is toch heel oneerlijk van de mensen!'
'Dat is gemeen,' zei Lauren, 'Je krijgt al die cadeautjes toch zomaar cadeau, helemaal voor niks. We moeten wat verzinnen, zodat alle kinderen grote cadeaus krijgen als ze dat willen. Als we nu eens aan de grote mensen vragen of ze U willen helpen. Ze kunnen best zelf grote cadeaus betalen en dan net doen of ze van U komen. Daar hoeven ze met niemand over te praten.'
'Dat is helemaal geen gek idee, Lauren. Maar ik kan toch niet zomaar aan de mensen gaan vragen of ze me soms zouden willen helpen.'
'Dat doen wij toch gewoon,' zeiden Jonas en Lauren.
'Hoe dan?' vroeg de Sint.
'We schrijven een brief aan de burgemeester en daarin vragen we of hij het aan de mensen wil vragen.'
Zo gezegd, zo gedaan. De burgemeester zorgde ervoor dat alle grote mensen een brief kregen waarin het probleem van Sinterklaas stond. Hij vroeg in die brief aan iedereen of ze Sint zouden willen helpen. De mensen waren zo blij dat Sinterklaas weer gevonden was, dat ze erg graag wilden helpen. Zo werd het toch een fijn Sinterklaasfeest, dat jaar.
En toen Sint het jaar daarop kwam, hielpen de grote mensen hem spontaan weer. Misschien waren ze ook wel een beetje bang dat Sinterklaas anders niet meer zou komen.
En zo komt het dat nog élk jaar de grote mensen Sinterklaas een beetje helpen met het kopen van de cadeautjes.
Geschreven door Pierre Hier eerder verschenen

donderdag 28 oktober 2010

Sinterklaasverhaaltjes beluisteren

Op dit weblog kun je zien welke verhaaltjes je kunt beluisteren na het downloaden.
15 dagen voor sinterklaasavond kun je beginnen met de verhaaltjes. Je kunt voor elke avond een verhaaltje uitkiezen. Je kinderen kunnen naar de audio luisteren. De tekst kan meegeleverd worden, zodat je de verhaaltjes ook zelf kunt voorlezen.