Toen Deniz voor het eerst
naar school ging, genoot hij van de verhalen over Sinterklaas. Sinterklaas kwam
ook op televisie en hij zei dat alle kinderen hun schoen mochten zetten. Deniz
zei tegen zijn vader en moeder dat hij van Sint zijn schoen mocht zetten. Maar
de papa van Deniz zei: “Dat is voor Nederlandse kinderen, Turkse kinderen doen
dat niet.”
Nou wist Deniz natuurlijk wel
dat hij Turks was. Zijn opa en oma praatten heel vaak Turks. En een paar van
zijn ooms en tantes praatten ook Turks. Zelf was hij twee keer met papa en mama
naar Turkije geweest. Maar papa en mama spraken meestal Nederlands.
Hij vond het jammer dat hij
zijn schoen niet mocht zetten, maar het was toch ook niet zo héél erg. Op
school kreeg hij wel een pakje van Sinterklaas en van pap en mam kreeg hij
pepernoten en andere lekkere dingen.
Nu zit Deniz al in groep 6 en
zijn kleine zusje Fatma zit in groep 1. Fatma ligt al in bed en Deniz gaat even
naar haar kamer om een paar potloden te pakken. Plotseling ziet hij dat Fatma
één schoen bij de verwarming heeft gezet. O, schiet het door hem heen. `Fatma
denkt dat ze iets van Sinterklaas in haar schoentje krijgt. Sinterklaas zal dat
wel weer op tv gezegd hebben.”
`Fatma, slaap je al?”
“Nee“, zegt Fatma.
“Heb je je schoentje voor Sinterklaas
gezet?”
“Ja”, Sinterklaas zei dat ik
mijn schoen mocht zetten”.
“Weet je,”zegt Deniz, “Sinterklaas
heeft het heel druk hoor, soms kan hij niet in alle schoenen iets lekkers doen.
Maar dan komt het soms de volgende dag. Je moet het dus net erg vinden als er
morgen niets in je schoen zit. Dan moet je je schoen
‘s avonds gewoon nog een keer zetten. En eigenlijk
moet je ook nog eerst Sinterklaas Kapoentje zingen.”
En samen zingen ze:
Sinterklaas Kapoentje,
Gooi wat in mijn schoentje,
Gooi wat in mijn laarsje,
Dank je sinterklaasje.
Truste Fatma
Truste Deniz
De volgende dag vraagt Deniz
aan zijn moeder of hij de lege flessen in mag gaan leveren. Meestal mag hij het
geld dan houden. Dat mag ook nu en van het geld koopt hij schuimpjes en een
chocolade beestje voor zijn zusje.
‘s Avonds heeft Fatma weer
haar schoentje gezet en Deniz komt met haar Sinterklaas Kapoentje zingen. ’s
Morgens vindt ze iets lekkers in de schoen. Af en toe doet Deniz vanaf nu ‘s
avonds als Fatma slaapt iets lekkers in haar schoen.
Het is nu bijna 5 december en
Deniz gaat naar zijn moeder.
“Mama, Fatma wil zo graag een
pop hebben. En bijna alle kinderen in haar klas krijgen cadeautjes op 5
december. Dan mag Fatma toch wel een pop krijgen?”
Mama moet glimlachen om wat
Deniz zegt.
“Je bent een lieve
jongen,”zegt ze. “het is goed. Op 5 december gaan we samen met Fatma een pop
voor haar kopen.
Op 5 december gaat Deniz
samen met mam en Fatma naar de speelgoedwinkel. Fatma mag de liefste pop
uitzoeken. En dan zegt mama:
“Jij mag ook iets uitzoeken, Deniz.”
Die krijgt er bijna een kleur van, maar hij weet al lang wat hij wil. Hij houdt
van dammen kiest een mooi damspel uit.
Op weg naar huis voelt Deniz
zich heel blij. Blij met zijn dambord en blij omdat Fatma zo gelukkig is met
haar pop.
“Nou snap ik het, “ denkt hij: “Mensen spelen voor Sinterklaas omdat ze
zelf blij worden als de kinderen cadeautjes krijgen.”
En voortaan geven zijn papa
en mama en zijn zusje elkaar cadeautjes met Sinterklaas.